Overzicht1.1 Hoofdinhoud: Deze onderhoudshandleiding specificeert de veiligheidsmaatregelen, technische vereisten en implementatiestappen waarmee rekening moet worden gehouden tijdens het dagelijkse onderhoud, het oplossen van problemen en het vervangen van de online gebruikte pneumatische regelklep. Andere soorten regelkleppen kunnen ook naar deze handleiding verwijzen voor gebruik.
1.2 Basiscomponenten: De pneumatische regelkleppen bestaan uit twee delen: de pneumatische membraanactuator en de componenten van het klephuis. De actuator is samengesteld uit boven- en ondermembraanafdekkingen, gegolfde membranen, trays, beugels, stoterstangen, veren en regelonderdelen. Het klephuisgedeelte bestaat uit een kleplichaam, klepkern, klepzitting, klepsteel, flens, enz.
1.3 Werkingsprincipe van de pneumatische regelklep: Wanneer de signaaldruk in de membraankamer wordt ingevoerd, genereert deze stuwkracht op het gegolfde membraan, waardoor de duwstang beweegt en de veer samendrukt totdat de beweging van de duwstang in evenwicht is met de reactieve kracht van de veer, wat de beweging van de pneumatische actuator is. De werkmodus van de pneumatische membraanactuator kan worden onderverdeeld in positieve actie en omgekeerde actie. Positieve actie: wanneer de signaaldruk hoog is, beweegt de duwstang naar beneden. Omgekeerde actie: wanneer de signaaldruk hoog is, beweegt de duwstang omhoog.
1.4 Classificatie van regelkleppen: Volgens de structurele vorm kan de regelklep worden ingedeeld in: rechte klep met enkele zitting, rechte klep met dubbele zitting, hoekklep, driewegklep, membraanklep, vlinderklep.
1.5 Toepassingsgebied: Deze onderhoudshandleiding is van toepassing op al het instrumentpersoneel in de elektro- en instrumentenwerkplaats.
Doelstellingen voor onderhoudHet doel van dit onderhoud is ervoor te zorgen dat de regelklep correct kan worden gebruikt, zonder interne lekkage of vastlopen, flexibele en soepele schakelwerking en geen lekkage op alle aansluitpunten. Dit zorgt ervoor dat de regelklep het medium in de pijpleiding en apparatuur op verschillende posities effectief kan regelen en regelen, en een rol speelt bij het stabiliseren van de productie.
Voorbereidende werkzaamheden voor onderhoud
Toewijzing van personeel:a) Onderhoudsmanager: bepaalt op basis van de storingsverschijnselen van de instrumentcomponenten de onderhoudsprojecten, is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de onderhoudswerkzaamheden, bevestigt of de kwaliteit van de te vervangen reserveonderdelen gekwalificeerd is, of de vervangen klepstandsteller en andere componenten van toepassing zijn op de regelpositie, en zorgt ervoor dat de klep na onderhoud of vervanging in goede staat verkeert, het waarborgen van de kwaliteit en kwantiteit van de onderhoudswerkzaamheden.
b) Veiligheidsfunctionaris: Verantwoordelijk voor het veiligheidstoezicht tijdens het onderhoud, het waarborgen van de volledigheid van de veiligheidsmaatregelen, de beschikbaarheid van beschermingsmiddelen, het naleven van de veiligheidsvoorschriften en het herinneren van de onderhoudsmanager aan zaken waar hij tijdens het onderhoud op moet letten. Zorg ervoor dat er veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om een veilige en vlotte voltooiing van onderhoudswerkzaamheden te garanderen.
Werktijd:Onderhoudsgereedschap: Twee 12-inch verstelbare sleutels, tang, schroevendraaiers, tape, fijn schuurpapier, signaalgenerator.
Reserveonderdelen voor onderhoud: regelklep, klepstandsteller, membraan, veer en aanverwante accessoires.
Documenten en certificeringen: Bij het werken op hoogte zijn een onderhoudsmeldingsformulier, een onderhoudstaakboek, een procesoverdrachtsformulier (volgens specifieke praktijksituaties) en een werkvergunning op grote hoogte vereist.
Eisen tijdens onderhoud(1) Zorg er eerst voor dat de reserveonderdelen die nodig zijn voor onderhoud beschikbaar zijn en in overeenstemming zijn met de specificaties, modellen, materialen, nominale drukken en bedrijfsmodi van de afgestelde klep en de componenten die moeten worden vervangen of gerepareerd.
(2) Bereid geschikte, intacte en volledige gereedschappen voor op gebruik.
(3) Zorg ervoor dat alle relevante certificaten en vergunningen worden verkregen en dat de bouw pas kan beginnen na goedkeuring van de coördinatoren, operators en relevant personeel.
(4) Voordat u de klepcomponenten demonteert of repareert, moet u controleren of de procesbehandeling gekwalificeerd is en ter plaatse onder toezicht staat van de bediener.
(5) Vraag bij het repareren van de klepstandsteller en andere componenten de bediener om de klep goed te sluiten voor en na de klep en wacht tot de bediener de procesafstelling met de bypassklep heeft gestabiliseerd. Verkrijg de toestemming van de bediener en bevestig samen met de bediener dat de procesbehandeling gekwalificeerd is. De werking van de klepschakelaar heeft geen invloed op de productie en het klephuis heeft geen restmedium of druk voordat onderhoud en afstelling kunnen worden uitgevoerd.
(6) Draag bij het demonteren en vervangen van de regelklep veiligheidsuitrusting zoals gasmaskers en beschermende handschoenen. Verwijder eerst de diagonale verbindingsschroeven, draai langzaam de flens tussen het regelklephuis en de pijpleidingaansluitflens los en controleer of er geen middendruk in de regelklep is voordat u deze demonteert.
(7) Zorg er bij het installeren van de regelklep voor dat de pijl op het klephuis overeenkomt met de stroomrichting van het medium. Gebruik bij het vervangen van een regelklep met een kleine diameter en een schroefdraadaansluiting een afneembare beweegbare connector. Bevestig het regelventiel stevig.
(8) De kalibratiemethode van de gewone klepstandsteller is als volgt:
(1) Sluit de lucht rechtstreeks aan op de membraankamer van de actuator via de afzonderlijk gereserveerde drukreduceerklep van het luchtfilter en pas de luchtdruk aan om de duwstang van de actuator naar de middelste positie van de volledige slag te laten bewegen.
(2) Wanneer de duwstang stopt in de middelste positie van de volledige slag, stelt u de positioneerder in om de feedbackhendel en de positioneerder loodrecht te maken.
(3) Sluit de gasbron aan op de ingangspoort van het drukreduceerfilter van de klepstandsteller en sluit de uitgangspoort van de klepstander aan op de membraankamer.
(4) Voer het 4MA-signaal in, draai aan de nulstelschroef om de actuator precies te laten starten.
(5) Stel het uitgangssignaal in op 20MA, laat de actuator de volledige slag voltooien. Als de slag onvoldoende is, draait u de borgschroef voor de slagafstelling los. Vergrendel na het afstellen de borgschroef.
(6) Herhaaldelijk aanpassen om de begin- en eindpunten van de actuator binnen het toegestane foutbereik te houden.
(9) Kalibratiemethode voor intelligente klepstandsteller van regelklep:
(1) Stel het ingangssignaal van de AVP (d.w.z. positioner) in op DC18±1MA.
(2) Gebruik een platte schroevendraaier om de stelschroef met volledige nulschaal met de klok mee te draaien totdat deze in totaal 90° niet meer kan draaien.
(3) Houd deze stand aan totdat de klep begint te bewegen (ongeveer 3 seconden), dan wordt het automatische instellingsprogramma gestart. Laat de schroevendraaier los.
(4) De klep gaat twee keer van volledig gesloten naar volledig open, stopt dan bij 50% en houdt deze 3 minuten vast.
(5) Controleer of het automatische instellingsprogramma is voltooid door het ingangssignaal te wijzigen. Het volledige automatische instellingsprogramma duurt ongeveer 3 minuten.
(6) Als het ingangssignaal onder de 4MA daalt terwijl het automatische instellingsprogramma wordt uitgevoerd, mislukt de automatische instelling en moet het automatische instellingsprogramma opnieuw worden gestart. Nadat het automatische instellingsprogramma is voltooid, houdt u het signaal (voeding) van ten minste 4MA gedurende ten minste 30 seconden aan om gegevens en parameters op te slaan in de AVP EEPROM.
(10) Controleer bij het demonteren en inspecteren van de regelklep de corrosie en slijtage van het klephuis, de klepzitting, de klepkern (klepsteel) en controleer of het membraan of de O-ring van de cilinder in de actuator verouderd of gebarsten is; Controleer de afdichting van de verpakking en de integriteit van andere accessoires en vervang deze indien nodig.
(11) Nadat de kalibratie van de regelklep is voltooid, moeten de schaal en de indicator voor het openen van de klep consistent zijn bij elke opening van de klep.
5 、 Kwaliteitseisen voor onderhoud en reparatie:De installatie van de gerepareerde of vervangen regelklep en de accessoires moet gestandaardiseerd en stevig zijn, zonder lekkage bij elke aansluiting, het openen en sluiten van de klep moet flexibel zijn, de actie moet stabiel zijn, de nulpunt- en bereikkalibratie moet voldoen aan de gebruiksvereisten en de indicatie moet nauwkeurig zijn. De accessoires moeten compleet zijn en de materialen moeten correct zijn. Alle onderdelen moeten schoon zijn, er moeten verificatie- en reparatiegegevens worden opgesteld en er moeten waterdichte maatregelen worden genomen.
6 、 Vereisten na onderhoud en reparatie:(1) Nadat de onderhoudstaak is voltooid, ruimt u de locatie op tijd op en houdt u de werkplek schoon.
(2) De bediener moet de voor- en achterkleppen van de regelklep openen, opmerken dat er geen lekkage is bij elke aansluiting en dat de regelklep in goede staat verkeert voordat deze in gebruik wordt genomen.
7 、 Dagelijkse inspectie en onderhoud:(1) Controleer het uiterlijk van de regelklep, of er bij elke aansluiting lekkage is, of elk verbindingsonderdeel los zit en of elk accessoire compleet en intact is.
(2) Controleer of de seinleidingen los of versleten zijn.
(3) Controleer of de cilinder of het membraan lekt en of er lekkage is bij de schroefdraadaansluiting van elke luchtbron.
(4) Smeer en anticorrosie de bewegende delen en bouten regelmatig.
(5) Verifieer en inspecteer bij elke gelegenheid.
(6) Controleer of alle beschermslangen intact zijn en of de waterdichte maatregelen bij elke inlaat intact zijn.
(7) Controleer eens in de zes maanden de reinheid van het membraan van de luchtfilterregelaar voor klepstandstellers, de kogelkraan van de luchtbron en de uitlaatpijp van de luchtbronleiding.
(8) Alle manometers voor luchtbronnen moeten intact en nauwkeurig zijn in indicatie.